De laatste week
De laatste etappe van onze Pyreneeënvakantie....
Vrijdag 3 juli 2015 Puylaurens – Bois de Sérénac – Campuan.
’s Morgens na een lekker rustige nacht lopen we even Puylaurens in. Achter de tennishal (naast de camperplaats) om, dan langs het kerkhof het steile gravelpad op om vervolgens een trappenstraatje
te nemen, dat bij één van de marktgebouwen van dit stadje uitkomt. Heel veel is er niet te zien, maar dit dorp heeft toch sfeer. Doordat echt elk straatje zeer steil is, zie je dat er her en der
plateau’s aangelegd zijn om in ieder geval zo af en toe je voeten horizontaal te kunnen zetten en van het zicht op de onderliggende dalen te genieten. We nemen de N126 naar Castres en net voor die
stad slaan we links af. Dan de D612. De vlakke lange heuvels worden weer korter, er zijn meer bomen langs de weg, maar nog steeds uitgestrekte graanvelden.
Zo passeren we Vénès en het iets grotere Réalmont . We nemen de snelweg rond Albi en gaan er bij St. Juèry eraf. Bij deze stad steken we de Tarn over en slaan gelijk rechts af om die rivier te
blijven volgen. Direct zien we in de rivierbedding een apart gevormde kloof met watervallen. En meteen na die kloof is een dam in de Tarn gebouwd. Via Crespinet en Sérênac gaat het naar het bos van
Sérénac. Om kwart voor 12 zijn we bij het boswachtershuis. Daar beginnen we aan een wandeling. Het beslist niet de meest spectaculaire wandeling van deze rondreis, maar we lopen vrijwel steeds in
de schaduw van heel hoge bomen. Dat is ook vandaag van belang met opnieuw een temperatuur van dik boven de 30°C. We proberen de bomen te vinden, die exact op de Meridiane Verte (de Parijse
meridiaan dus) zouden staan. Maar daar vinden we geen enkele aanwijzing voor, hoewel in de beschrijving van de wandeling wordt vermeld dat we er langs komen. Na de lunch onder de bomen bij de
camper rijden we verder. In La Primaube doen we boodschappen bij de ALDI. Daar wordt op de deur vermeld dat tie de 17e juli de hele dag dicht vanwege de doorkomst van de Tour de France. Schitterend
zicht krijgen we vanaf de weg op Rodez dat hoog op een heuvel ligt. In Bozouls linksaf naar Campuan. Daar zou voor 10 campers plaats moeten zijn,maar de oorspronkelijke plek heeft plaats moeten
maken voor iets anders en een veel kleinere, 200 m verderop, kan maar 3 campers een plekje geven! Wij zijn no2 en dus is het ons OK. We rusten uit in de schaduw naast de camper en maken plannen
voor de komende 2 dagen. Pas tegen negenen eten we wat en lopen daarna nog een rondje door het dorp, waar om de haverklap een motorrijder (met startnummer) voorbij raast. Mooie huisjes staan
hier…
Zaterdag 4 juni 2015 Campuac – Estaing – Ussel.
We zijn er vroeg uit vandaag en zo gaan we al om 9 uur op pad. In vele bochten dalen we naar de Lot in Estaing. Onderweg staan aardig wat tamme kastanjes langs de weg. De rotsen/gronden zijn rood
en het uitzicht is geregeld mooi. In Estaing zetten we de camper over de brug aan de weg langs de Lot. Estaing blijkt een alleraardigst stadje te zijn. Wij beginnen aan een wandeling langs de
rivier over het St. Jacobspad aan de andere kant van de brug. Helaas zien we door de bomen de Lot niet meer, zodat hier de lol al vrij snel van af is. We draaien om en gaan het stadje zelf
verkennen. We klauteren een weggetje naar boven op, kruipen enkele stegen door, kijken binnen in de kerk en bewonderen het XIe eeuwse kasteel. Weer verder: we volgen de Lot naar het NO, we zien een
dam en later de nauwere kloof. De rivier blijft meestal achter bomen verscholen. Via een dam in de Truyère gaat het in twee bochten de helling op naar een panoramapunt boven Entraygues. We rijden
nu vrijwel recht naar het noorden richting Aurillac.
Onderweg naar Mauriac zoeken we een plekje voor de pauze. Het wordt de camperplaats in Drugeac tegenover het oude stationnetje. Heel apart is de mogelijkheid om hier met een fiets-railskarretje het
spoor af te rijden. Dat is niet alleen apart maar regelrecht wild, als we even later het traject zien van dat spoor: het gaat geregeld over gigantisch hoge enkelspoorbruggen! Geen fietstochtje voor
volk met hoogtevrees! Om half drie gaan we de Dordogne over. We crossen door Ussel en zijn iets van kwart over drie op de camperparking, 3 km buiten de stad aan het Lac de Ponty. We gaan in de
schaduw van enkele bomen staan, zetten de stoelen buiten en proberen wat bij te komen. Ook vandaag is het schroeiend heet. In totaal 173 km afgelegd vandaag… Als de zon bijna onder is, toch nog 32
graden, maken we nog een wandelingetje om het meer; in een half uurtje zijn we rond. Vooraan is een strandbadje en een afgezet deel van het meer, waar gezwommen kan worden. Ook zijn er trapbootjes
te huur. Het hele meer rond zitten mannen te vissen. Tegen de oevers staan veel lisdodden. Een sloot aan het laatste deel van ons rondje is
compleet overwoekerd met Moerasvergeet-mij-niet.
Zondag 5 juli 2015 Ussel – l’Étang des Landes - Gouzon.
Na een rustige en wat koelere nacht, de bomen om ons heen houden de zon van deze morgen nog weg, vertrekken we met 3187 km op de teller. We komen door La Courtine. Hier heeft mijn pa, ergens in de
zestiger jaren ( ik was toen een jaar of 10) nog een tijdje “gelegen” i.v.m. een militaire oefening. Ik herinner me nog brieven en kaartjes die we toen van zo ver weg kregen. De grote legerplaats
aan het einde van het stadje is er nog steeds. We rijden via Fussat naar het Réserve Naturelle Nationale Étang des Landes, voor een wandeling uit onze gids. Hier merken we dat deze gids niet
helemaal “up to date” is. Maar een infobord aan het begin van de route geeft aan, welke veranderingen we kunnen verwachten. We houden tekens aan van de “Tour de la Réserve Naturelle” inclusief de 4
extra paadjes, die naar observatieplaatsen gaan. Een eerste blik op het meer levert Knobbelzwanen, Futen en Wilde eenden op. We lopen over gemakkelijke paden in de schaduw van bomen en heggen,
hetgeen bij deze volop schijnende zon goed uitkomt. Het eerste extra pad gaat over het “Presqu’île des Sables. Het water hier is vrijwel dicht gegroeid met dotterbloemen. Over een grasveld gaat er
een Vlaamse gaai vandoor. De wandeling gaat helemaal om dit grote ven heen. Het 2e extra pad gaat naar de Affût des Trois Bouleaux, een grote Afrikaans aandoende houten vogelkijkhut met apart
rieten dak . We zien er enkele jonge Futen, Kokmeeuwen, Meerkoeten, jonge Knobbelzwanen en een stuk of tien Aalscholvers, die wat verder op de plas op verdronken boompjes zitten. Verder zien we
talloze Blauwe en Kleine zilverreigers in het struikgewas aan de waterkant. De noordwest kant van de plas is moerasbos, waar enorme hoeveelheden schaatsenrijders het wateroppervlak bevolken. We
zien er aardig wat kikkers. We komen iets verder bij de Grand Affût, een grote en hoog gebouwde vogelkijkhut. Hier zien we veel Blauwe reigers, een Koereiger en mogelijk een Ralreiger in het
kreupelhout. Onderweg naar een vogelkijkscherm (Affût des Hérons) zien we boven in “zijn” boom een Roodborsttapuit. Affût des Hérons is een volkomen terechte naam. Het wemelt er van de reigers. Nu
zien we veel Purperreigers die vanuit de struiken opvliegen naar de bomen verderop. We lopen ons rondje om de plas af en kijken nog even binnen bij het bezoekerscentrum “Maison de la Réserve”, waar
de diverse dieren in plastic uitgestald zijn. Na de late lunch rijden naar het 11 km westelijker gelegen Gouzon en de camperparking daar, die gelukkig grote bomen en dus schaduw heeft. We lopen een
rondje door het centrum, kijken even in de romaanse kerk (XIVe eeuw en lekker koel) en zoeken een (afhaal-?)pizzeria op. Andere eetgelegenheden zien er dicht uit. We kunnen heerlijk buiten zitten
met een koel windje. Tegen half negen gaan we pizza’s halen. Wij eten een Pizza pescatore en Cinq fromages drinken er een koel glas Pelforth Blonde bij.
Maandag 6 juni 2015 Gouzon – Étang de Baye.
Na wat huishoudelijke taken gaan we direct buiten Gouzon de autoweg naar Montluçon op, zodat het aantal km’s goed opschiet. Wat later gaan we een kleine weg op; die lijkt voor ons te zijn gemaakt
want er is bijna geen verkeer en we rijden door een groot bos en daarna uitgestrekte akkers met pas gemaaide hooibalen. In Vallon-en-Sully lopen we even bij de Carréfour binnen voor wat
boodschappen. In Lurcy-Lévis is het markt . Direct hierna gaan we de Allier over, een brede ondiepe rivier. In St. Pierre-le-Moûtier tanken we en net na de Loire hebben we weer een stukje snelweg.
Op een parking in een bos stoppen we voor de lunch. Iets verder is de afslag naar Bona. Het gaat door bos en dan langs akkers. Uiteindelijk komen we om iets van kwart over twee in Baye aan en
vinden aan het Étang de Baye een schitterende camperplek. Direct aan de waterkant in de schaduw van hoge bomen, met vrij zicht op het meer. Tegen half drie beginnen we aan een wandeling rondom het
meer. We komen langs een sluis, een strandje, wat botenverhuur en 2 campings. We klimmen een trap op die ons op een brede dijk brengt, die de afscheiding is tussen Étang de Baye en de Grand Étang
de Vaux. Deze laatste is veel groter. Omdat de gids vertelt dat het hier een vogel observatiepunt is, zoeken we met de verrekijkers naar wat er te zien is: We zien wat eenden en futen, maar die
zijn heel ver weg. Het nu deels beschaduwde pad terug naar de camperplaats levert nog wat vlinders op. Tegen vieren zijn we terug op de camperplaats. We zetten de camper bij een picknicksetje aan
de waterkant, zodat we mooi zicht over het meer hebben. Wij zoeken op ons gemak uit, waar we morgen heen gaan. En vinden nog een wandeling hier niet zo ver vandaan. Maar dat is voor morgen. We
zitten buiten tot zon in het meer zakt……. Echt een superplek!!
Dinsdag 7 juli 2015 La Baye – Chevroches – Auxerre – Nogent-sur-Seine
Ja een superplek…. Behalve toen het donker werd en we de lamp in de camper aandeden. Tijdens ons traditionele potje “Skip-Bo” kwam er een complete motteninvasie. Kleine motjes, die precies tussen
de kieren van de raamhorren doorpasten, bezetten ons plafond en de lamp…..honderden!! We hadden nog een vliegenplakrol, maar die zat in een mum van tijd helemaal vol. Dus snel dan maar het licht
uit en onder de klamboe slapen. Maar het sliep toch wat onrustig…. En ’s morgens waren de meesten weer verdwenen. We rijden naar Chevroches voor een wandeling. We parkeren aan het “haventje” bij de
brug aan een kanaal en lopen het dorp in omhoog. De route gaat via de oude meander van de rivier de Yonne. Bij een nieuw uitzichtpunt “Meandre Fossile” aan de doorgaande weg hebben we een overzicht
van het gebied dat nu voor landbouw ( tarweakkers) wordt gebruikt. Ook vandaag is het heet en zijn we blij als de route een tijdje door een hellingbos loopt. We kijken even bij een sluis in h et
kanaal waar een plezierboot geschut wordt. Om 12:15 rijden we weer door. We kunnen een uurtje later in Auxerre niet bij de Mc Donalds parkeren om via wifi het reismeeweblog bij te werken ; het is
er bomvol en we rijden dus door. We stoppen in Pontigny bij de parking van de abdij voor de lunchpauze aan een picknickset in de schaduw. De abdij hebben we al eens eerder bekeken. Even verder
zoeken we de Intermarché in Auxon op voor wat boodschappen. In Eaux-Puiseaux valt op dat veel huizen en boerderijen dwars op de weg staan . We komen in Aix-en Othe, waar 3 camperplaatsen zouden
zijn volgens Campercontact: 2 mixparkings vlak bij elkaar midden in de drukte van het dorp en één verdwenen plaats net 2 km verder. We besluiten naar Nogent-s-Seine te gaan. Het gaat weer door zeer
grote korenvelden, afgewisseld met zonnebloemvelden. Overal wordt druk geoogst en dat merken we ook aan de trekkers onderweg. Dan duiken de twee koelpijpen van de kerncentrale bij Nogent op en
bereiken we de camperplaats bij de camping, sportvelden en het zwembad net buiten het dorp waar we gratis maximaal 48 uur mogen staan. Tussen het eten en de afwas lopen we nog even een ommetje naar
de Seine die hier vlak bij stroomt.
Woensdag 8 juli 2015 Nogent-s-Seine – Séry – Launois-s-Vence.
Na een wat koelere nacht vertrekken we om 9:30 vandaag. Nogent’s centrum ziet er heel aardig uit. Met name bij de Seine. In Sézanne proberen we het parkeerterrein van McDonalds op te komen, maar
door de blokkade met 2.00 m hoge dwarsbalken van Le Clerc is die voor ons onbereikbaar. Le Clerc wil blijkbaar geen klandizie van camperaars want we hebben dit al vaker gezien. Dus gaan we door. We
steken het centrum van Epernay door en vinden nu wel een bereikbare McDonalds en met een goede verbinding kan ik weer enige vakantiedagen naar Reismee uploaden . Op weg naar Reims gaat het door
Parc Naturel Regional Bois de Montagne.
We doen bij de LIDL boodschappen in Cormontreuil, een voorstad van Reims. We halen o.a. een voorraadje wijn en kaas. Tegen half 2 passeren we Rethel. Om 2 uur zijn we net buiten Sery staan we op
een kleine parking, die aan de wandelroute ligt. Een infobord vertelt iets over twee wandelingen, die hier te doen zijn: een over de vroege historie van dit gebied (de heuvel rechts heet niet voor
niets Camp Romain) de andere gaat over de heuvelrug boven de Côte de Sainfoin: Monts de Séry, waar een beschermde habitat is van kalk-graslanden met o.a. meer dan 15 orchideeënsoorten. Het is prima
wandelweer met een frisse wind. We komen na een lange helling op de heuvel aan en lopen afwisselend door bos en langs wilde graslanden. Daar vinden we inderdaad wat orchideeën. Het pad via de
heuveltop gaat over een stuk of zes trappen met hoge treden. We komen zo steeds hoger tot we boven aan op een “gewoon” grasveld komen vanwaar men een 360° panorama over de verre omgeving heeft. Via
een mindere hoge heuvel en door akkerland gaat het naar Séry, waar we nog even de kerk bekijken. Ons einddoel vandaag is de camperplaats in Launois-s-Vence. Daar vinden we bij de service een kleine
plek, maar groot genoeg voor een Belg en ons. s’ Avonds koelt het flink af ( toch zeker 15 graden minder dan gisteren om deze tijd) en krijgen we zelfs wat plensbuien op ons dak. Nog zo’n 250 km en
dan zijn we weer thuis.
Donderdag 9 juli 2015 Launois-s-Vence - Nismes(B) – Rummen(B)
We rijden vandaag naar Nismes, aan de rivier de Viroin,net over de Franse grens. Volgens onze Facile-en-Route zijn daar ook wandelingen te doen en het weer is prima! Nadat we bij het infokantoor
een advies hebben gekregen, beginnen we aan een wandeling van 7,5 km. Het is een zeer afwisselende tocht met af en toe een fiks klimmetje en als laatste hoogtepunt een schitterende kloof. Net na
half drie gaan we door en eindigen in Rummen, net voorbij St Truiden. Daar is een nieuwe camperplaats, mooi aangelegd en ook ontdekt door vrachtwagenchauffeurs: een grote truck met oplegger en 10
spiksplinternieuwe Audi’s erop wordt hier gestald voor de nacht. De chauffeur wordt opgehaald. Eindelijk hebben we hier weer Nederlandstalige radio en we kunnen de finish van de 6e etappe van de
Tour de France mee beleven. Radio Diest is meteen een aardige muziekzender met veel goud van oud…. Nart maakt nog een kort ommetje langs wat lokale hoogtepunten en op een terreintje naast ons wordt
een openluchtmis gehouden met zo’n 15 personen. Morgen dan het laatste stukje (65 km )naar Waalre en dan zijn we na een dikke 4100 kilometer weer Thuis.
Weer de bergen in...
29 juni 2015 Port-Leucate – Tautavel – Ansigny.
We vertrekken om 10:30 uur van de camping ; alweer snoeiheet! Eerst rijden we naar een overvolle plaatselijke LIDL. Parkeren moet hier aan een smalle straat met vakantiewoningen. Alle kassa’s zijn dan ook volop in bedrijf. We komen weer door die vlakte van eergisteren. Met dit verschil, dat we nu in de richting van bergen rijden. Het is een en al wijnbouwgebied! We passeren de ene Cave na de andere. Net na elven stoppen we op een parking in Tautavel.
De ANWB wandeling nr.17 korten we vanwege de hitte in tot aan de ruïne van het kasteel boven dit wijnstadje èn de vindplaats van de “homme de Tautavel”, een schedel van de homo erectus. We lopen echter eerst een rondje door het wijndorp zelf (elke paar meter is er een ander proeflokaal/wijnhuis) en pikken dan de route op. Al rap gaat het het dorp uit en bergop. We passeren een grote muur met schildering van ene Raymond Moretti met een sterk uitvergrote replica van de schedel van die Tautavel-mens . Voor het museum staat een beeld van een jagende homo erectus. We volgen de gele bordjes. Na een modern amfitheater komen we op een steil rotspaadje dat naar de ruïne van het kasteel klimt. Hier hebben we aan de ene kant zicht op de Tour de Far, waar deze wandeling eigenlijk heen gaat, maar nu dus voor ons even niet en aan de andere zijde zicht over Tautavel en het hele Vingrau wijnbouwgebied. Via dezelfde weg gaan we weer naar de camper terug. Na de lunch vertrekken we via Planèzes in een groot wijnbouwgebied naar opnieuw het stuwmeer in de Agly: Lac de Caramany. Nu rijden er aan de noordkant boven. Wanneer we de Agly oversteken komen we in Ansignan aan. Achter de wijncoöperatie en bij de school vinden we een heel aardig plekje om te overnachten. De deuren gaan wagenwijd open, we drinken een Pelforth Blonde en veel water. Later zetten we de stoeltjes in de schaduw buiten. 32,7°C in de schaduw, dan moet je je gedeisd houden. Pas om half zeven beginnen we aan een rondje door Ansigny. Een bescheiden dorp, maar wel met de wijncoöperatie, een school, de Mairie en met drie mooie poortjes. Even verder lopen we de doorgaande weg uit. Even kijken naar het Romeins aquaduct. Tegen zowat elke dakrand van de huizen zitten lange rijen zwaluwnesten. Buiten naast de camper volgen we nog een tijdje de tientallen Huiszwaluwen en de Gierzwaluwen op hun onvermoeibare rondjes door de lucht. Morgen gaan we hier een wandeling langs de Dolmen maken. Als het tenminste niet weer zo bloedheet is als vandaag.
Dinsdag 30-06 2015 Ansignan – Château de Puilaurens – Quillan.
Na een rustige nacht gaan we al vrij vroeg, tegen negenen, wandelen, (ANWB-gids no 19 “Dolmen bij Ansignan). We lopen om het gebouw van de wijncoöperatie heen en lopen langs een bergflank omhoog. We worden de hele tocht vergezeld van diverse cicaden-koren. Al snel hebben we een mooi uitzicht over Ansignan met zijn watertoren en het aquaduct, dat zo te zien nog steeds in gebruik is. Even later zien we achter ons het meer van Caramany. We lopen langs een bergwand met onder ons niks anders als wijnvelden. En langs ons pad veel bloeiende planten èn dus een vlinderparadijs. De naam van de wandeling slaat op twee dolmens, die we onderweg tegen komen. Er is slechts hier en daar schaduw onderweg. Tegen kwart voor elf komen we op het verste punt, vlak voor het plaatsje Feilluns gaan we via een afslag rond. Langs de kant van het asfaltpad eten we onze appeltjes, een korte pauze dus in de schaduw, want het weer is opnieuw verzengend heet. Vanaf dit punt lopen we hoofdzakelijk naar beneden en schiet het dus goed op. Verder staat er opeens een lekker windje. We zien nu fel rood gekleurde sprinkhanen, die als ze gaan zitten alleen maar hun camouflagepak laten zien, wanneer je niet gezien hebt waar ze landen, dan vind je ze ook niet terug. Even later springt er iets in Narts nek! Ik zie een grote krekel met lange glanzende vleugels. Met het fototoestel om zijn nek, heeft Nart geen kans om de vandaal te portretteren. Net voor twaalven zijn we na opnieuw een schitterende wandeling terug bij de camper. Eerst puffen we uit en spoelen de grootste hitte uit en van ons lijf. Om 13:00 uur vertrekken we.Het gaat door een grillig gevormd dal, dat net voor St. Paul Fénouillet eindigt in een smalle kloof. In St Paul doen we boodschappen bij de Carréfour, en rijden via Lapradelle naar het Château de Puilaurens, waar eerst gepicknickt wordt. Voor 2x €5,00 mogen we het kasteel gaan bezoeken. Wel even die steile opgang overwinnen. Dit kasteel is nooit ingenomen en wij merken nu waarom. Eenmaal boven moeten we uiteraard alle hoeken, torens, muren, en cisternen gezien hebben. Op enige plekken is er uiteraard weer goed zicht op de verre omgeving. Nette infoborden geven aan, wat waar voor gediend heeft. Als we weer beneden zijn zetten we alles tegen elkaar open. Wat een broeikas! Opnieuw rijden wat later door een smalle kloof met hoge wanden (Défilé de Pierre-Lys) en rechts een riviertje naast ons: de Aude. Ons einddoel vandaag: de parking/camperplaats bij het station van Quillan. Na het eten lopen we een ronde door het aardige centrum van de stad en langs de Aude met zijn wildwater-kanotraject.
Woensdag 1 juli 2015 Quilllan – Limoux – Carcassonne – Pezens.
Om 09.00 uur is het al 28 graden… en er waait een flinke wind (mistral?) We rijden naar Limoux, door het dal van de Aude. We zien de eerste velden vol zonnebloemen en verderop veel graan akkers. De eerste stop is op de camperplaats in Limoux aan de Aude, vol in de zo. We parkeren zo dicht mogelijk tegen een muur…. We lopen langs de rivier tot een bordje het centrum aanwijst. Zo veel mogelijk in de schaduw blijvend, lopen we een aantal straatjes door. Zo komen haast vanzelf op het aardig uitziende Place St. Martin met een fontein met blauwe beelden. We lopen nog even de St Martin Église. Na de wandeling en lunch stappen we om 14:30 op. Buiten de stad zien we de eerste zonnebloemvelden. Om drie uur staan we op P2 bij de Cité van Carcassonne. Geen enkele schaduwplek en doordat de ondergrond zanderig is, stuift het geweldig! We kunnen gratis mee met een “navette” naar de Cité. Na enkele honderden meters stappen we al weer uit bij het kerkhof aan de Porte Narbonnaise. Daar kunnen we de oude stad in. Je kunt er zowat over de koppen lopen, zo druk is het er. De Rue Cros Mayrevieille brengt ons door een souvenirshopstraatje naar het Château Comtal. In deze hitte hoeven wij niet zo nodig veel klimwerk te verrichten. Dus kijken we even op de binnenplaats en lopen dan via enkele achteraf stegen naar de Porte d’Aude , bekijken het uitzicht en de “lices” daar (rondgang tussen twee muren in, waar het nu niet zo gezellig is, omdat de harde wind er veel stof rond stuift).
We kijken even rond in de donkere Basilique St. Nazaire , waar een orgelstemmer net bezig is… wat een herrie!! Via de Place du Petit Puits (put) lopen we naar de Place Marcou waar we een ijsje halen en die daar onder de platanen opeten. Dan bekijken we nog de Grand Puits en kuieren we terug naar de parking. We kunnen er blijven overnachten maar met al dat stof en de zon hebben we daar geen trek in en zoeken iets anders op in onze Facile –en Route gids. In Pezens vinden we een plekje op een camperplaats onder een dicht bladerdak van platanen en vlak naast een riviertje aan de doorgaande weg. Na het eten lopen we een klein rondje door het dorp, wat niet veel voorstelt.
Donderdag 2 juli 2015 Pezens – Naurouze – Revel – Puylaurens.
Een onrustige nacht: erg warm en veel verkeerslawaai! Het is bewolkt maar tamelijk benauwd. We zoeken een korte wandeling uit en rijden door flauw glooiende heuvels met graan en zonnebloemen via Castelnaudary naar Naurouze bij Montferrand. Wist je dat er een kanaal loopt van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan? Dat heet Canal du Midi en hier is het sluizensysteem op het hoogste punt van dit kanaal. Dit kanaal is in de 17e eeuw gebouwd om de Middellandse zee met de Atlantische Oceaan te verbinden. We krijgen niet alleen de sluis te zien, maar ook allerlei aan- en afvoerkanalen, een kunstmatig riviertje en opvangbassin. Deze korte wandeling gaat over door platanen beschaduwde paden. Een hele serie infoborden vertelt hoe het een en ander is aangelegd en hoe dit werkt. We sluiten het bezoek af door even te gaan kijken bij de obelisk, die dit hoogste punt moet opleuken. Je hebt er een fraai uitzicht over de graanvlakten. Na de lunch in de camper rijden we over vrijwel verlaten kronkelweggetjes naar Revel, waar we nog een wandeling gaan doen. Ja we kunnen het niet laten… Deze gaat van Revel naar het Bassin van St.-Ferréol”. Ruim 10 kilometer. Het eerste stuk door de buitenwijken van Revel, is niet bijster interessant, maar als we langs het afwateringskanaal lopen, ziet er alles veel beter uit. Het vervolg, een stug klimmende zandweg naar Rastel, is aardig inspannend in de kleffe hitte van deze dag, De zon komt niet door de sluierbewolking, maar levert wel een temperatuur van ruim 30°C op. Al snel hebben we achterom een aardig zicht op Revel en omgeving. Rond drie uur zijn we boven bij het oude stuwmeer Bassin de St.-Ferréol. We wandelen over de westelijke hoge dijk met links het meer en rechts veel lager gelegen bossen.
Ondanks dat er niet mag gezwommen worden in dit meer, trekt het veel volk. Wij kuieren helemaal om het water heen en zien zo de mooie parken er omheen. Bij de “jachthaven” (we zien alleen wat trap-bootjes) van Les Dauzats pauzeren we even om dan het meer te verlaten en over een steil dalend pad (deels heel smal door struikgewas) terug te gaan naar Revel. Kwart na vijf gaat het naar ons einddoel vandaag: Puylaurens. Daar komen we net onder de, van zeer ver zichtbare, oude stad te staan op een sublieme camperplaats. Stuk of vier campers, ruime plaatsen en heerlijk rustig. Al snel zitten we buiten aan een Pelforth Blonde: vandaag geen wandelactiviteiten meer.
Even aan zee...
Zaterdag 27 juni 2015 Bélesta – Port-Leucate.
Deze morgen doen we de wandeling 434 uit de dikke map. Daar in de loop van de nacht een stevige wind is opgekomen en er aanvankelijk nog wat sluierbewolking hangt, blijft de hitte vooralsnog goed te hebben. We lopen door het dorp uit langs de wijn coöperatie/restaurant en al snel krijgen we een immens groot en weids zicht over de noordelijke bergketens en brede dalen van de regio die de Fenouillèdes genoemd worden. We zien er de stuwmeren in de Agly: Barrage de Caramany. Dit ruige terrein kenmerkt zich door een typisch mediterraan klimaat: distels, brem, mimosa, jeneverbes, steeneiken en ander laaggroeiend struikgewas. En talloze vlinders! En dat alles steeds onder begeleiding van een cicaden-orkest. We passeren we de afgesloten grot van Bélesta, waar honderden offervazen ongeschonden zijn gevonden. We dalen af en passeren enkele droge rivierbeddingen en een kleine wijngaard. Wat later staan we bij de overblijfselen van “Le puits à glace”, een ijsput.
Wij kijken even bij een van de oude grenspalen, die de grens tot 1659 tussen Aragon en Frankrijk aangaf. Daar eten we ons appeltje op en genieten van opnieuw een wijds panorama.
Het volgende item is een “jenèbre remarcable”, wat de wandelgids vertaalt als “1000-jarige jeneverbes”. We dalen een zwaar geërodeerd pad af door steeds van links naar rechts te hoppen om het weggespoelde middenstuk te mijden. We steken een drooggevallen doorwaadbare plaats over. Terwijl we weer naar boven lopen naar Bélesta, zien we massa’s bloeiende vetplantjes staan, met kaarsrechte 12 cm lange stengels. Nart neemt een stekje mee. Het gaat in een boog terug naar Bélesta. Opnieuw met schitterend zicht (nu westwaarts). Na het middageten bij de camper vertrekken we. Door het dorp gaat het via Estagel richting de kust. We hebben mooi zicht over uitgestrekte wijngaarden. Bij de LIDL in Rivesaltes doen we nog enkele boodschappen en rijden dan naar Port-Leucate. Sinds weken zien we de eerste meeuwen: we naderen de zee.
Om kwart voor vier zoeken we een plekje uit op de camping Rives de Corbières. Een prima plekje onder hoge schaduwrijke bomen (populieren, olijfbomen, oleanders en wat naaldbomen), want het is opnieuw aardig warm, ondanks de wind. ’s Middags doen we het rustig aan. Nart gaat op jacht met zijn fototoestel naar een Wielewaal die we steeds horen. Er is hier internet dus kan het reisverslag worden aangevuld en ook andere nieuwtjes plingen binnen. Tegen half negen lopen we nog even naar het strand. Even het zeewater testen. Ik vind dat vrijwel altijd te koud…We zien wel dat het water hier heel helder is. Toch even snorkelen morgen?
We lopen het strand een eind af en lopen na een rondje op het kermisterrein weer terug naar de camping.
Zondag 28 juni 2015 Port-Leucate.
Deze morgen horen we de Wielewalen geregeld. Één keer ziet Nart er eentje hoog in de populieren, terwijl hij als in een flits er van door is. Om half elf kuieren we de ca 2 km naar Port-Leucate centrum , waar een markt aan de gang is. En warempel ik vind er mijn reeds lang gezochte korte broek, een van jeansstof. Verder nog een opengewerkt shirt. Nart mag ook wel eens een andere korte broek kopen, maar hier hebben ze alleen maar exemplaren, die op je knieën hangen. Hij noemt dat “Abe Lenstra” lengte. Na de markt kijken we nog even bij de jachthaven. Het krioelt er van de (overigens prachtige) kwallen. Voor alle duidelijkheid ik bedoel die sierlijk zwemmende weekdieren in het water. Vervolgens lopen we langs het strand weer terug naar de camping. Een flink karwei, want ook langs de waterkant zak je met elke stap een eind in het zand weg. Zo wordt het tegen enen voor we op de camping terug zijn . We beginnen aan het middageten en houden ons een tijdlang gedeist (het is 34°C in de schaduw!) Het lukt Nart eindelijk een wielenwaal, die opnieuw hoog in een populier zit, te fotograferen. Rond half vier zoeken we het strand op om te gaan verkleuren en even te zwemmen/snorkelen. Er zijn een paar gestreepte vissen in “seargent”-stijl ca 25 cm lang te zien, en enkele grijze wat grotere vissen. Tussen de bedrijven door schuifel ik voorzichtig het water in voor een kort baantje. Voor mij is het alrijd te koud! Om het zout goed weg te spoelen, trekken we in het campingzwembad nog enkele baantjes. “s Avonds eten we (traditiegetrouw) in het restaurant op de camping een pizza. Tot laat zitten we daarna nog buiten.
Pyreneés Orientales
Dinsdag 23 juni 2015 Bonascre – Col-de-Puymorens – Dorres.
We nemen de weg naar het zuiden en zien op een matrix-bord dat de Puymorens tunnel verderop bij de grens met Andorra tot november gesloten is. Wij wilden zo wie zo al over de Col gaan. Af en toe worden we tegen gehouden vanwege wegwerkzaamheden. Het is een lange klim naar de Col-de-Puymorens op 1915 m hoogte. Helaas is er nauwelijks uitzicht door de mist. Tijdens de afdaling klaart het op .In Ur verlaten we de D618 en gaan bergop naar Dorres , waar we een parking vinden. We willen hier wandeling 433 doen uit de “500 wandelingen in Frankrijk”-gids. Wel eerst even lunchen. Intussen worden we voor mogelijke regen gewaarschuwd door enkele dikke druppels. Om 13.30 uur lopen we vanaf de parking het paadje naar het Bain Romaines. Dat blijkt even later helemaal geen bad uit de Romeinse tijd te zijn, maar een modern buitenbad. Ooit vroeger een therme geweest… Vlak bij vinden we een cache met een Spaanse travelbug, die naar Brussel wil. Wij gaan over enige weken toch die kant uit. We lopen door het pittoresk uitziende Dorres met o.a. een oude wasplaats, waterbakken uit 1756 en de St. Jean de Dorres uit de XIIe-eeuw . We maken een kleine omweg, en komen langs de Chapelle la Mageta , waar Maria voetstappen in een granietblok zou hebben achtergelaten. Even verder een bruggetje over en dan omhoog de helling op over een “prairie” met weids zicht.Je zou hier tot in Spanje kunnen kijken… Helaas is het weer nu niet zichtvriendelijk. Het begint eerst zacht en wat later flink te regenen zodat we regencape en paraplu nodig hebben. Tegen drie uur bereiken we de grote Santa Maria de Belloc kapel op 1685 m hoogte met dus normaal gesproken gigantisch uitzicht rondom. Wij schuilen er met 2 andere wandelaars voor de nu wel heel harde regen. Het is nagenoeg droog als we weer verder gaan. Via de Col de Juell komen we op een smal hol pad dat afdaalt naar Dorres. Pad? Door al die regen lijkt het nu meer op een minibeek. Tegen vieren terug bij de camper in Dorres en gauw droge kleren aan!! We blijven vannacht hier en krijgen later nog gezelschap van 2 andere camperaars.
24 juni 2015 06-24 Dorres – Mont-Louis – Gorges de la Carança.
Koelkast deed het niet vannacht, staan we te schuin? We volgen de D618. We komen door het een na het andere dorp en zien de “Chaos de Targasonne”, een woeste verzameling granietblokken langs de kant van de weg. Het landschap is ruim en weids. Vlak voor Font-Romeu zien we aan de rechterkant een vreemd spiegelgebouw; dit is een oude zonne-oven, een energiespiegel met een diameter van 54 meter, die tot 1986 in gebruik is geweest. Bij de vestingmuren in Mont- Louis kunnen we de camper neerzetten voor het verkenen van deze vestingstad. Via een poort lopen we het stadje in en maken in eerste instantie en rondwandeling rondom de citadel die nog steeds een militaire functie heeft. Nu worden er commando’s opgeleid. We komen dan ook diverse groepjes tegen. Met volledige bepakking en een schietgeweer in de hand, waarvan de loop met een plastic dop is afgesloten. De laatste groep heeft zelfs hun gezicht in camouflage kleuren geschminkt. Sommige van die jongelui groeten ons vrolijk, anderen hebben het zo te zien zwaar. Veel te warm voor een dergelijke exercitie! We lopen nog even de 18e eeuwse Église de Mont-Louis in, die rijkversierde zijkapellen heeft. Als we het rondje hebben afgemaakt, picknicken we bij de camper aan een daarvoor bestemde tafel. Over de N 116 gaat het verder in de richting van Villefranch-de-Conflent. Een zeer spectaculaire weg door een bijzonder ruig landschap, compleet anders dan we tot nu toe in de Pyreneeën zagen. Het gaat onder de hoge Pont Séjourné door, een prachtige stenen boogbrug , waar “Le train jaune” over rijdt. Dan bereiken we ons laatste doel voor vandaag: de Gorges de la Carança bij het dorp Thuès-entre-Valls. We parkeren bij de start van de wandeling (tevens camperplaats) en maken de beschreven wandeling uit de Actief en Anders ANWB-gids Franse Pyreneeën. Door een natuurlijk poortje gaan we de kloof in. Er staan waarschuwingsborden die wijzen op overstromingsgevaar van de rivier de Carança. Het paadje naast de rivier begint breed maar wordt steeds smaller om uiteindelijk in een bijna onherkenbaar typisch stenig bergpad te veranderen. Klauteren dus over de grote en kleine keien en voortdurend omhoog. We volgen de tekens “Passarelles” , geel uitgetekend en klimmen steeds verder omhoog. Met zo af en toe best heftige passages. Onder omgevallen bomen door of erover heen. Zo komen we al rap ver boven de rivier. We zien na drie kwartier aan de andere kant van de kloof het uitgehakte pad, dat we straks terug zullen nemen. Nog een kwartier later staan we aan het hoogste punt van deze wandeling: Roc de la Madrieu en zien ver onder ons de brug naar de andere kant. Vooralsnog moeten we nog een stukje klimmen om dan steil naar de rivier af te dalen. Na een stuk langs het water komen we bij de wiebelige hangbrug. Nart gaat als eerste erover, zodat ik eens foto’s van hem kan maken. Tot onze grote verrassing eindigt de brug bij een loodrecht stalen laddertje, dat we dus afmoeten. Op het eerste deel van de andere kant moeten we trouwens allerlei bruggetjes en passages nemen. Het wandelen is een stuk eenvoudiger (nauwelijks klauterwerk). Je bent echter wel veel nadrukkelijker in de kloof. De rivier ligt vlak naast je, maar wel heel erg diep. De wanden van het in de rotsen uitgehouwen wandelpad zijn voorzien van leuningen van geplastificeerd staaldraad. Reparaties in beton aan het wandelpad geven aan dat hier geregeld grote brokken steen omlaag komen. Aan het eind moeten we wij steil afdalen over een keienpaadje en komen bij de brug en de bar bij de parking uit. Om half zes zijn we weer bij de camper en zitten al snel op de stoeltjes buiten uit te blazen. We zijn het eens, dit was de meest spectaculaire wandeling tot nu toe. Nu zien we ook de Train Jaune af en toe voorbij komen. Die is steevast aardig gevuld met toeristen. Zijn traject moet dan ook subliem zijn.
25 juni 2015 Gorges de la Carança - Villefranche-de-Conflent - Prades.
Nart is jarig vandaag èn wij zijn 13 jaar getrouwd! Hij krijgt een T-shirt van de Grotten van Niaux en een boekje over de Pyreneeën flora. We gaan eerst naar Villefranche-de-Conflent en parkeren net voor een van de poorten van de stad. We lopen eerst het I-kantoor binnen en krijgen wat info mee. We lopen eerst een uitgebreide ronde over de overdekte wallen, de verdedigingswerken van Vauban. Apart aan deze is dat ze in twee etages zijn gemaakt. Je ziet aan alles dat er goed over het systeem van bouwen is nagedacht. Vervolgens kuieren we de twee parallel lopende winkelstraten van dit toeristische stadje door. Onderweg willen we het postkantoor en de kerk aandoen, maar die zijn tot 14.00 gesloten. Om die tijd door te komen kopen we twee verjaardagsgebakjes (Framboise en Noisette), die we opeten bij een kop thee in het parkje aan de parkeerplaats. Het is heet vandaag, zodat we het graag rustig aan doen. We lopen nog wel even naar de opgang naar het fort dat hoog op een heuvel boven de stad ligt. Maar die klim laten we liggen. Ik koop een zakje lavendelzaad, omdat dat zo lekker ruikt. Om twee uur kopen we eerst wat postzegels en doen kaarten op de bus. Dan kunnen we ook de Eglise St. Jacques bezoeken. Een kerk met vele mooie en soms heel aparte beeldhouwwerken.
Om 14:00: Vertrek uit Villefranche-de-Conflent. Zigzaggend door éénrichtingstraten van Prades zoeken we naar een parking, waar we mogen staan. We komen uit bij een plek aan het zwembad. Vanaf de parking kuieren we om het centrum in. We zoeken het centrale plein Place de la République op, krijgen wat info van het I-kantoor en kijken wat in het stadje rond en bezoeken we de barokke kerk St. Pierre . Barok als barok maar kan zijn, met het hoofdaltaar als pronkstuk. Door de hele kerk hangen detailfoto’s van dit altaar. De Trésor is gratis toegankelijk en bevat ook allerlei opmerkelijke schatten, zoals diverse bustes van bisschoppen en andere brave mannen. We rijden naar de Mc.Donalds voor internet. In eerste instantie gaat dat zeer traag, maar als we wat dichter bij het gebouw kunnen staan gaat het redelijk. Het is wel bloedje heet zo pal in de zon! Onderwijl zingt kleindochter Feija: “Lang zal hij leven” en stromen de felicitaties via Facebook binnen. Pas om 8 uur zijn we dan weer terug op de parking bij het zwembad en kunnen de dag evalueren.
Vrijdag 26 juni 2015 Prades – Bélasta
Om half 10 starten we met de wandeling vanuit Prades naar het klooster/kerk St Michiel-de-Cuxa. Het eerste stuk is flink klimmen, wat later gaat het via een mooi bospad langs een snelstromend gekanaliseerd riviertje. Halverwege zien we een grote slang, die uit het water klimt en rust op de kant blijft liggen…. Een Esculaapslang, zoals we later in een boekje terugvinden. Heerlijk om zo in de schaduw te kunnen lopen. Ook vandaag stijgt de temperatuur tot boven de 30 graden. We hebben schitterend zicht op het klooster als we het bos verlaten. Jammer genoeg gaat de boel net dicht voor de middagpauze dus we kunnen de binnenkant niet bekijken en tot 2 uur wachten daar voelen we niks voor. Over de weg door fruitboomgaarden door gaat het terug. Van Prades rijden we dan door naar Bélesta, 30 km verder. Daar willen we morgen een wandeling gaan maken. Het blijkt een afgelegen dorpje te zijn tegen de berg aan, maar wel met een mooie camperplaats. Luifel uit en stoeltjes neerzetten en we hebben een heerlijk ontspannen middag.
Cirque, Cols en grotten
Zaterdag 20 juni 2015 St. Lizier – Cirque de Cagateille – Col de Latrape – Aulus-les-Bains.
Vanaf 10.00 uur is de parking waar we vannacht stonden voor een evenement met antieke auto’s gereserveerd, dus zijn we vroeg op weg. Eerste doel vandaag is de Cirque de Cagateille. De Cirque de Gavarnie hebben we vorige week moeten laten schieten omdat het zo hard regende, maar vandaag is het een strakblauwe lucht. Een tweede kans dus om zo’n bijzonder natuurverschijnsel te bekijken. Het is een kilometer of 35 naar de parking daar. Het eerste stuk gaat langs de rivier de Salat tot aan Pont de la Taule, dan volgen we de Alet. In Trein d'Ustou is de doorgang in het dorp even heel smal, iets verder gaat het een bruggetje over en de berg op.
De weg wordt nu hoe langer hoe smaller en vanaf Lizier-d'Ustou, maar één auto breed. We komen geen tegenliggers tegen!! Tegen half 11 zijn we dan op de parking, waar de wandeling naar de Cirque de Cagateille begint. Het is een niet al te lange tippel door grotendeels hellingbos, waarbij we geregeld beekjes moeten oversteken. Op gegeven moment, moeten we een stuk de helling op, voor een bruggetje over een waterval. Ondertussen hebben we steeds schitterende uitzichten op de omliggende bergtoppen. Kwart over 11 verlaten we het bos en komen op een grasplateau, waar we de Cirque in zijn volle omvang kunnen zien. Wat verder zijn we bij een 2e brug: het verste punt van de wandeling. De hoogte is hier 1160 m. We rusten uit op wat grote keien terwijl we uiteraard deze Cirque bekijken. Een groep zwaar bepakte jongeren komt voorbij en lopen door via de Grand Randonnée die hier doorgaat tot aan de top. Om 12:00 lopen we hetzelfde pad terug en drie kwartier later zijn we weer beneden waar picknicktafels uitnodigend klaar staan voor een lunch. Dan moeten we diezelfde smalle weg weer een eind terug en wonder boven wonder: ook nu geen tegenliggers. Bij Bielle draaien we de doorgaande weg op richting Aulus-les Bains. In enige haarspeldbochten gaat het bergop en passeren we de Col de Latrape (1110 m). Dan dalen we af naar Aulus-les Bains, waar we net voor de rivier naast een grote wei met een stuk of 4 pony’s (waarvan 1 met bel) een camperparking vinden. We zitten enige tijd in de schaduw van de luifel (het is echt te heet in de zon) en gaan een uurtje later het dorp verkennen. Aulus was reeds in de Romeinse tijd een bekende bronnenbadplaats, maar raakte daarna in verval. Pas halverwege de vorige eeuw leefde de belangstelling weer wat op. Er is een modern badcomplex en we zien een aantal grote leeg staande hotels en landhuizen, die een grotere bedrijvigheid in het verleden van Aulus doen vermoeden. Oude foto’s van de stad, die langs de weg staan, bevestigen een grote populariteit in het verleden. Net voor de grote luxe camping zien we het Hotelpark, waar nu vakantieopvang is voor jongeren uit Toulouse. ’s Avonds bij het eten zien we een van de pony’s naast ons in de wei spelen. Telkens weer loopt hij als een circuspaardje rondjes. Eerst een eind omhoog de wei op en in draf bergaf langs de draad naar beneden.
Zondag 21 juni 2015 Aulus-les-Bains – Massat – Col du Port – Tarascon-s-Ariège.
"OURS NON", staat er geregeld op de weg gekalkt. Natuur is blijkbaar leuk, maar mag niet te wild worden. Het gaat in de richting van Tarascon sur Ariège over de D618 langs de riviertjes de Salat en de Arac naar Massat, waar we tegen elven even uitstappen om de 15e eeuwse kerk te bekijken en even over het kleine marktje met streekproducten te lopen. Espies bestaat alleen uit een grote bakkerij, een school en de “mairie”. We klimmen dan flink en krijgen nu fenomenale uitzichten te zien op besneeuwde bergketens. De fietsers en motorrijders zijn ook weer aan het toeren en net na 12 uur wordt de Col du Port (1249 m) bereikt. Een ontvangst met een koeien-gamelan orkest!! Van hier is er een weids panorama te bewonderen. Mede dank zij het stralende weer zijn er overal mensen, die daarvoor even af- of uitstappen. Te voet kan het echter nog hoger en wij besluiten de helling achter ons te beklimmen. Die blijkt toch kuitenbijtend steil te zijn. Steeds als we denken boven te zijn, komt er nog een helling en aangezien we geen water hebben mee genomen draaien we bij een bijna 360 graden panorama om. Zelfs op een gras- varenveld met weinig struiken en boompjes, is het lastig dezelfde weg terug te vinden; we komen dan ook via een ander pad beneden. We picknicken op de wei bij de parking en gaan om 14:00 uur weer verder en dalen af door het dal van de Saurat. 3 kwartier later bereiken we Tarascon-s-Ariège. De brug over rijden we de oude stad in en vinden boven bij het kerkhof een parkeerterrein. ( Wel pal in de zon!) Daar beginnen aan een wandeling door de oude stad. Wanneer we in een smal straatje even staan te twijfelen of we wel naar dat hoog boven de stad staande klokkentorentje la Tour du Castella willen lopen worden we aangesproken door een kordate oudere dame die ons vertelt dat we dat niet mogen missen en ze nodigt ons meteen uit om even haar zeer speciale huis te komen bezichtigen! In datzelfde straatje op nummer 10. Zelf loopt ze achterom en na even wachten op straat piept er een deur open. We worden dan rondgeleid door een haast museaal huis van 4 verdiepingen hoog. Via een heel koele gang, die met kiezelkeien versierd is komen we in het centrum van het huis. Vanaf de begane grond kan men langs de trappen af helemaal naar boven kijken. De rondleiding door onze gastvrouw Marie-Claire begint echter in een gewelfde kamer, die vroeger een kapel is geweest! Ze vertelt dat dit haar geboortehuis is. Verder heeft ze in haar jeugd in Vietnam gewoond en ook in Madagaskar en Malawi. In de trappenhal hangt een verzameling hoofddeksels uit allerlei landen. Of wij er niet tegen op zien naar boven te lopen? Nee dus. We komen in de oude woonkamer, een aantal slaapkamers van en met foto’s van de voorouders ,een mooie keuken en helemaal boven een soort atelier (Marie-Claire schildert). Er zijn een aantal dakramen geplaatst waardoor er werkelijk een te gek uitzicht is op de bergen rondom. We vallen van de ene verbazing in de andere. Het lijkt wel een museum dit hele huis met de inrichting. Uiteindelijk nodigt ze ons uit om haar te komen bezoeken in Parijs. Daar heeft ze een 2e woning en is ze in de winter en ze zal ons dan de echt mooie plekjes van die stad laten zien. We krijgen het adres en telefoonnummer mee…. Nog wat beduusd van de rondleiding en de hartelijkheid van deze dame lopen we naar de Tour du Castella .Er is een grandioos uitzicht over de stad en de verre omgeving. We bekijken nog wat andere bezienswaardigheden, o.a de vierkante Tour St-Michel, een 12e eeuwse kerk en een wat oude vakwerkhuizen. De rivier de Ariège deelt de stad in twee gedeeltes. Bij het I-kantoor naast de prestigieuze bioscoop aan de “moderne” kant kunnen we wat internetten en halen er binnen enkele folders op van de omgeving. We zien er aan de achterkant van het complex een andere parking die misschien beter geschikt is om te overnachten. Dan gaan we op het gehoor af naar een pleintje aan de rivier, waar een rockband oude muziek speelt. We kijken dit festijn een tijdje aan en lopen dan terug. Even wippen we de Église Ste. Quitterie binnen . Ook hier een kerk met enkele grote schilderijen in de abscis, verder is het zeer sober ingericht. We halen de camper op en rijden naar die parking achter de bioscoop en gokken op een plekje waar morgenochtend niet meteen de zon op staat. Omdat het zondag is zoeken we een pizzeria uit die in een van de foldertjes vermeld staat. “La mandoline” wordt het, net over de spoorbaan. We moeten er wel geduld betrachten, want het volk stroomt er binnen en er zijn veel afhalers. Nart probeert de specialiteit van Tarascon uit: een middeleeuws likeurtje met de naam Hypocras. Mijn pizza is niet de beste, want het deeg is aan de onderkant niet goed gebakken. Tegen negenen kuieren we dan in deze zwoele avond terug naar de camper: Wat een dag was het weer vandaag!
Maandag 22 juni 2015 Tarascon-s-Ariège – La Grotte de Niaux - Ax-les-Thermes – Bonascre.
Om 9:30 uur staan we al voor de ingang van de groten van Niaux, een van de mooiste prehistorische grotten van Europa, waarvan we ingang bereiken via een spannend weggetje. Er zijn schilderingen, daterend van 10.500 jaar v.Chr. te bezichtigen. In eerste instantie nog voor een gesloten hek over de toegangsweg, maar al snel komt er iemand die dat hek opent. We moeten nog een tijdje wachten voor de kaartverkoop annex winkel open gaat. Die tijd gebruiken we om de tentoonstelling op het dak van het gebouw te bekijken. Het blijkt dat men ook buiten het seizoen kaartjes moet reserveren hier. Maar omdat er voor de 10.15 uur rondleiding maar 3 mensen zijn kunnen we mee. Om beschadiging van de kunstwerken door schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid te voorkomen mogen er maar 20 mensen te gelijk naar binnen en zijn er een beperkt aantal rondleidingen. We worden rondgeleid door een gids, die naar eigen zeggen, een huidziekte heeft, waardoor haar huid 100% van de zon afgeschermd moet worden. Elk stukje onbedekte huid is dan ook onder een dikke laag witte crème verstopt. Buiten heeft ze handschoenen aan, die echter in de grot weer uitgedaan worden. Hoe dan ook wij hebben er een enthousiaste gids aan, die honderduit vertelt en ook raad weet met vergelijkingen met andere grotten of prehistorische volkeren. Want daar gaat het in deze grot om. De Magdalénien cultuur heeft in deze grot tekeningen achtergelaten, die we gaan bekijken. Eerst passeren we een soort sluis (bestaande uit een moderne gang met twee deuren), die het grottenstelsel van de buitenlucht afsluit. Dan lopen we in ganzenpas elk met een lamp in de hand door zeer brede natuurlijke gangen, die door een ondergrondse rivier zijn uitgesleten. De tocht gaat door een glibberig aardedonkere grottenstelsel naar de 1 km van de ingang verwijderde Salon Noir. Her en der zien we stalagmieten en –tieten en completen zuilen. Na 400 m worden we geattendeerd op de eerste schilderingen: Een soort van non-figuratieve rode stippen- en strepenpatronen. Niemand heeft een idee, wat die voor moeten stellen. Eenmaal in de Salon Noir gaan de lampen van de bezoekers uit en licht de gids met haar veel sterkere LED-lamp één voor één de diverse voorstellingen uit. We krijgen prehistorische bizons te zien, paarden, enkele herten en steenbokken. Schitterende staaltjes van tekenkunst van ruwweg 15.000 tot 16.000 jaar geleden! Het milieu in de grot wordt continu gemeten met allerlei daar aanwezige apparatuur om deze overblijfselen te bewaren. Met deze maatregelen kan het hier voor bezoek open blijven. Al met al een geweldige ervaring om dit mee te maken. Er blijkt in deze zaal ook een klinkende echo te zijn! Vlak bij de “entree” komt ons een groep van inderdaad 20 tegemoet. Wij zijn blij dat we in zo’n klein clubje waren. Om iets van kwart voor twaalf staan we dan weer buiten. In het winkeltje kopen we enkele postkaarten en een boekje over de grot, zodat we wat naslagwerk hebben. (Binnen mochten er geen foto’s gemaakt worden, zodat de foto’s van kaarten en het boekje stammen.) Ik koop hier meteen een verjaardagscadeau voor Nart voor over 3 dagen. Weer op weg zijn we nog steeds diep onder de indruk van wat we hebben gezien. Om 13:00 uur staan we in Ax-les-Thermes aan de wilde rivier de Ariège op een dagparking. Eerst even lunchen en dan gaan we op ons gemak deze stad bekijken. Eigenlijk is het er te heet voor…. We gaan op zoek naar het Bassin des Ladres, waar vroeger de melaatsen hun voeten konden baden. Ze hadden daar blijkbaar baat bij. Ax blijkt een heel aardige stad te zijn met diverse grote thermaalbaden. Dat Bassin des Ladres vinden we echter pas, nadat we van het I-kantoor een plattegrond hebben gekregen. Daar gekomen blijkt dat ook de moderne mens wel van pootjebaden in warm water houdt. Als de voeten weer droog zijn lopen we een rondje langs wat andere interessante dingen . We gaan dan wat inkopen doen bij de Carrefour in Perles et Castelet. Daar tanken we meteen. Via opnieuw Ax gaat het in haarspeldbochten bergop naar Bonascre, een modern skidorp (1380 m hoogte), waar een camperplaats is .Wat later begint de lucht te betrekken en begint het te onweren en na een tijdje ook later flink te plenzen en meteen wordt het wat koeler, wat we niet erg vinden.
Tussen Garonne en Ariège
Met de foto's lukt het even niet, maar alvast het verhaal
16 juni 2015 Lannemezan - Montréjeau.
We zijn de 2000 kilometer voorbij. Vandaag houden we een was/rustdag op camping Midi Pyrénées in Montréjeau. Het weer begint goed maar al gauw begint het te regenen. Gelukkig is de camping ook voorzien van een droger, zodat na enkele uurtjes het grootste deel van de kleding direct schoon de kast in kan. Wat kleine dingetjes van de handwas gaan op een waslijn onder de luifel. Daar droogt het redelijk vanwege de wind. Nart gaat ondertussen de wandelingen voor de komende tijd bekijken. Morgen nog 2 camperplaatsen controleren en dan hebben we ze alle 34 gehad. Het blijft vrijwel de hele dag regenen. Ik zet bij de receptie in een gratis half uur internet, de volgende serie foto’s met verhaal op het Reismee-weblog. Daarna vullen we de tijd met plannen van de komende tijd: welke route zullen we volgen. Tussen de bedrijven door spelen we kaart.(Skip-Bo) Gelukkig is er voor de komende dagen goed weer voorspeld..
17 juni 2015 Montréjeau – Sauveterre –de-Cominges - Saint Betrand - de- Cominges
We verlaten om 10:30 de camping Midi-Pyrénées. Het weer ziet er prima uit! We zoeken 2 caches in het centrum van Montréjeau en de camperplaats. Een vandaal had het bordje “campercars” om de paal gedraaid, zodat hij in de verboden richting links van een éénrichtingsweg staat. We parkeren verder op en gaan er te voet heen; de gereserveerde plekken voor de campers staan vol met auto’s. Wat later, als we er met de camper aankomen, is een van de plaatsen toch beschikbaar. Om 12:30 rijden we naar de laatste te controleren plaats: Sauveterre-de-Comminges. Deze camperplaats is achter een gas- en benzinestationnetje. De eigenaar heeft tevens een barretje en een kruidenierswinkeltje aan de overkant en serveert zelfs op aanvraag maaltijden! Om 13:00 rijden we door naar buurdorp Barry voor een cache op een heuvel. We parkeren bij de kerk van Barry. Voor de cache en het uitzicht lopen we een weggetje omhoog. Volgens het bord: 26% helling. Boven vinden we een toren, een picknickplaats, een tv-mast én de cache. Na het eten op het kerkpleintje rijden we naar St. Bertrand-de-Comminges. We vinden een mooie parking aan de voet van de heuvel waar dorp en kathedraal op zijn gebouwd. De Cathédrale de Ste. Marie staat net als de St. Just van eergisteren (hier vlak bij) op de UNESCO werelderfgoedlijst. Ook hier krijgen we voor de €5 entree een elektro-guide en referentiekaart mee. De rondgang door deze werkelijk magnifieke kloosterkerk begint in de kerk zelf. De buitenmuren van het voorste gedeelte zijn uit de 12 e eeuw, het achterstuk is in de 14e eeuw aangebouwd. Het hele middenschip (16e eeuw) wordt bezet door het koor en het hoofdaltaar. Deze 2 secties zijn compleet omgeven door een ruwweg 4 meter hoge houten wand, die van boven tot onder compleet gebeeldhouwd is. Geen enkel detail is gelijk. Vlak na de ingang is een indrukwekkend orgel met aangebouwde preekstoel, waarvan de houten lijsten en bodem eveneens één en al beeldhouwwerk zijn. We vergapen ons aan dit immens grote werk. We lopen de klok mee de zijaltaren af, maar die houten want rechts blijft boeien. De binnenzijde van dit middenstuk is nog indrukwekkender; we hebben nog nooit zo iets gezien! Er staan rondom 66 zetels, steeds 2 aan 2 boven elkaar en ook hier weer alles uit houtsnijwerk van onder tot boven en alles met verschillende afbeeldingen. Hier zijn Italiaanse Renaissance - kunstenaars aan het werk geweest. Er zijn 1001 dingen te bewonderen. Elk stoeltje is anders, elk kopje, mannetje, vrouwtje, vogeltje, etc is anders. Ook de kloostertuin met kruisgang is opmerkelijk. Ook hier zijn verschillende bouwstijlen door elkaar te zien. Weer beneden onder aan de heuvel lopen we nog even langs de resten van de Romeinse stad Lugdunum Convernarum, die op zijn hoogtepunt 30.000 inwoners had! Deze stad werd in 2 aanvallen in de 4e en 5e eeuw met de grond gelijk gemaakt. Er wonen nu 350 inwoners in Bertrand. De brandstapel op het grasveld naast ons is nu voorzien van een plakkaat. We begrijpen er uit dat op 20 juni ter ere van de zonnewende de fik erin gaat. We blijven vannacht op deze parking, want de wandeling morgen begint hier.
Donderdag 18 juni 2015 St. Bertrand-de-Comminges.
Vandaag doen we wandeling 421 uit de “500 wandelingen in Frankrijk”. De lucht is strakblauw als we om 9:30 uur starten. We klimmen het eerste stuk naar Le Mont. Daar zijn 2 joggende dames kersen aan het plukken vanaf een vuilnisbak, die aan de straat staat. Ze delen ons ook uit. Door de regen van de afgelopen dagen, krijgen we nu een steile glibberige helling voor de kiezen. In één ruk door gaat het van 460 m naar de 819 m hoge top van de Mail de Hard. We volgen de gele tekens, die duidelijk uitgeschilderd staan. Tegen 11 uur zijn we vrijwel boven en zien een bordje Mail de Hard rechtsaf. We volgen een smal paadje naar de beloning voor deze klim: een werkelijk gigantisch uitzicht over de verre (noordelijke) omgeving en het dal van de Garonne. We gaan er even bij zitten. In het noorden is een groot fabriekscomplex te zien, links diverse hoge Pyreneeën-toppen. Om half twaalf beginnen we dan aan de eerste afdaling aan de andere kant van de berg. Heel vervelend op dit modderige pad is dat er geen keien liggen. Als Tarzan en Jane slingeren we op enkele zeer steile plekken omlaag door gebruik te maken van bomen en hun takken. Bij Col de Galin steken we modderstroompje over en beginnen aan de afdaling om Mt. Aredon heen. We komen op een bosweg uit, zien een wei met koeien en stieren. De meeste tijd gaat het door het bos, dus heerlijk in de schaduw. Tijdens de lunchpauze op een omgevallen boom, blijven we een tijd kijken naar een roofvogel, die in de wei voor een bomenrij aan het jagen is. Op insecten misschien? Af en toe vliegt hij op naar lage takken in die bomen, om dan weer rap de wei op te gaan. Een Wespendief of een Rode wauw? We maken twee haakse bochten om die wei heen en zo komen we precies bij die vogel terug. Helaas heeft hij ons eerder in de smiezen, dan wij hem. Dan is hij snel gevlogen. We klimmen weer een eind door een hellingbos om dan naar de buurtschap Labat af te dalen. Langs de bosrand lopen we dan in een wijde bocht boven St. Martin naar Le Mont terug. Via een dalweg lopen we ten slotte weer omhoog naar St. Bertrand en gaan daar tegenover de kathedraal een terrasje pikken. Pelforth Brune en een café latte. De rest van de middag zitten we nog lange tijd buiten en als de zon achter de wolken is verdwenen binnen met de achterdeuren open. Vannacht blijven we nog hier, morgen weer een eindje verder in oostelijke richting.
Vrijdag 19 juni 2015 St. Bertrand-de-Comminges, Col-de-Portet-d’Aspet – St.Liziers.
Na vertrek uit Bertrand gaan we eerst internetten bij de Mc.Drive in Gourdan Poulignan. De volgende serie, de 5e alweer, staat op Reismee. Vervolgens doen we boodschappen bij de ALDI er naast. Dan op weg naar de Col d’Aspet. We passeren een reeks van gehuchten in een heel kleinschalig landschap. De hellingen zijn dicht begroeid. Iets na enen staan we op de Col de Portet d'Aspet 1092 m. Het witte, met fietsbanden en bloemen omhangen, monument voor tourfietser Fabio Casartelli, die hier is verongelukt, vinden we niet. Er is een kleine parking waar we lunchen. In talloze haarspeldbochten gaat het dan weer omlaag. In St. Girons zijn de camperplaatsen bezet door zigeuners. We rijden op goed geluk naar het er vlak bij gelegen St. Liziers en komen prompt op een parking, waar we maximaal 48 uur mogen staan. Er staan al enige campers. Dit stadje wordt in de ANWB-gids vermeld als heel interessant. Om half vier beginnen we aan een rondgang door het oude centrum. Bij het VVV-kantoor krijgen we een blaadje met de stadswandeling, die begint bij de Cathédrale de Saint Lizier. Het is er nu vrij donker binnen. Een klusjesman is bezig om luidsprekerboxen op te hangen. Op diverse plaatsen staan zijn open gereedschapskisten. Wij hebben natuurlijk meer oog voor bijvoorbeeld de XIe-eeuwse fresco’s, die hier en daar de muren nog versieren. Verder enkele heel aardige altaren en beelden. De kruisgang naast de kerk ,lijkt sterk op die in St.Bertrand en heeft nog een bovenverdieping. Daar zijn (van beneden af) nog wat muurschilderingen te zien, zwaar beschadigd. Het is een sfeerrijke stadje. We lopen via met kinderkopjes geplaveide straatjes langs de oude huizen, arcades en doorgangetjes. We lopen langzaam omhoog naar het Palais des Éveques, een imposant gebouw dat nu museum en hotel/restaurant is. Dan dalen we door de tuin aan de voorzijde van het paleis af naar de stad. We kijken even bij de brug over de Salat en klimmen dan weer omhoog naar de parking waar we nog een tijdje aan een picknicktafel na genieten van deze dag.
Laatste stuk Hautes Pyrenées...naar Haute Garonnen
Zaterdag 13 juni Wandeling bij Loudenvielle.
We blijven vandaag in Loudenvielle. Dat wil zeggen we doen een wandeling uit de dikke Franse wandelgids. Om 9.40 vertrekken we via het park achter de camperplaats en de rivier naar het dorp. Bij de rivier is een viswedstrijd aan de gang. Er wordt op forel gevist met een lange hengel. De deelnemers zijn herkenbaar aan nummers op hun petjes en er zijn diverse scheidsrechters met blauwe briefjes aan het controleren en meten. In het dorp zoeken we bij de kerk het begin van de wandeling. Dit pad begint al met een fikse klim. Daarom zijn we al snel hoog boven het dorp en het meer. Drie kwartier later bereiken we de kapel van Ste. Madeleine en de toren (het enige overblijfsel) van het kasteel van Moulor. Langs ons pad zien we massa’s donkere vlindertjes. Tegen kwart voor 11 komen we in het gehucht Louderveille (let op met R!). We puffen er even uit bij een waterbron op het centrale pleintje. Boven ons staan massa’s bloemen, waaronder enorm grote klaprozen. We steken de weg, die naar de Col van Peyresourde gaat, schuin over en volgen een steil pad door een stukje bos. We zien er een Grote bonte specht en wat later een Gekraagde roodstaart. Bij de afslag naar Mont gaan wij een weiland in. Een smalle richel langs de helling. Steeds hebben we schitterende uitzichten en we zien enorme bergtoppen in de verte. We maken een photoshop dubbelportret als we over een touw moeten stappen.
We komen langs een kudde geiten die een klavertje 4 als tattoo hebben, misschien voor de Brebiskaas?? Een idyllisch paadje door een stuk hellingbos brengt ons bij het aardige Germ, waar inderdaad reclameborden staan voor de kaas .Daar eten we onze boterhammen met Coulommiers-kaas op en rusten uit. Een houten halfronde vangrail dient als bank, prima. Dan volgen we weer een stuk van de GR10, rood-wit gemarkeerd. Het gaat steeds over kronkelende smalle en steile holle paadjes naar beneden, waar het oppassen is. Om half twee zijn we terug in Loudenvielle en moeten dan haast maken om een snel naderende regenbui voor te blijven. Dat lukt bijna. Onder het afdak van het benzinestation 200m voor de camperplaats trekken we toch maar regenkleding aan. Dit was opnieuw een puike wandeling. ’s Middags zitten we nog even in de zon. Wat later lopen we nog een keer het mooie park door. Geweldige plek hier!!
Zon(pizza)dag 14 juni 2015 Loudenveille – Peyragudes – Lac-de-Oô – Bagnères-de-Luchon.
We starten met mooi weer. We gaan vandaag de wandeling naar Lac d’Oô doen. Daarvoor nog even langs een camperplaats in Peyregudes die we bereiken via de pas Peyrasourde. De parking ligt bij een compleet verlaten skidorp met een er naast liggende landingsbaan. In de afdaling van de col komen we tientallen genummerde wielrenners ons tegemoet met diverse motorrijders als begeleiding. We gaan via het plaatsje Oô door het Val d'Astau naar de Auberge d'Astau met parking. Daar beginnen we aan een wandeling uit het Actief en Anders ANWB Pyreneeën gidsje. Een vrij steil pad brengt ons in tientallen bochten naar het Lac d’Oô. Een pad dat regelmatig meer op een ondiepe bergbeek lijkt en waarbij we geregeld bergstroompjes over moeten steken.. Eerst gaat het tussen de koeien door en dan het bos in. Het pad bestaat veelal uit vrij grove stenen. Na ruim anderhalf uur komen we dan uiteindelijk boven bij het meer (Lac d’Oô) aan. Aan de overkant is een hoge waterval, die met een enorme plons de diepte in gaat. Rechts komen nog enkele kleinere watervalletjes naar beneden en er ligt nog een groot plakkaat ijs. Net als de meeste andere wandelaars negeren we de auberge, met de picknick tafels, waarbij uitdrukkelijk wordt aangegeven dat die niet bedoeld zijn voor de zelf mee gebrachte lunch, en zoeken een plaatsje op de rotsen boven het meer om onze botenhammen op te eten. Een regenbui komt over. We maken een tentje van Narts regencape om het een en ander droog te houden. Nadat we onze broodjes met kaas op hebben lopen we via hetzelfde pad naar beneden. Gelukkig houdt het rap op met regenen en komt de zon weer te voorschijn..
Kwart voor drie zijn we terug van de wandeling op de parking en een half uur later gaat het weer verder. Een uurtje later zijn we geïnstalleerd op de camperplaats in Bagnères-de-Luchon.
We rusten er uit en rond kwart voor zeven stappen we op om de stad een beetje te verkennen èn om onze zondagpizza te gaan zoeken. Luchon blijkt een mooie thermaalbadplaats te zijn en ligt aan de rivier de Pique. Het centrum bestaat uit de met lindebomen beplante Allée d’ Etigny waar de meeste hotels, restaurants en winkels zijn. Er gaat een kabelbaan de berg op en aan het eind van de laan ligt het plein met thermaalbadhuizen en parken. Als we er langs lopen ruiken we de zwavellucht. Bagnères-de-Luchon staat er om bekend dat het een van de meest radioactieve thermes van de wereld heeft! Wij vinden een pizzeria. Het wordt een Calzone en een Vegetariana. Ze smaken uitstekend. Opmerkelijk is dat er best veel Duitse mannen om ons heen zitten. Motormuizen op vakantie….?
Maandag 15 juni 2015 Bagnères-de-Luchon – Cascade d’Enfer - Valcabrère - Lannemezan
We doen boodschappen en bekijken de camperplaats in St. Mamet bij het kerkhof. Dan rijden we naar de parking bij de Cascade d’Enfer aan het einde van de Valée du Lys, waar we bij die waterval (en energiecentrale) kijken en klimmen dan een eindje omhoog op de route naar de kloof. (de Goufre d’Enfer). Overal staan waarschuwingsbordjes dat het hier gevaarlijk (=rouge) gebied is . Niet alleen in de wintermaanden vanwege “avalanches”, maar ook van april tot september door aardverschuivingen en overstromingen. Dat is wel te zien want het pad ligt vol keien en omver gesleurde bomen. Het begint te regenen en dat geeft de doorslag dat we omdraaien en deze expeditie verder vergeten. We lunchen in de camper deze keer en rijden onze vervolgroute noordwaarts. Door Luchon en het dal van de Pique komen we in het Garonne-dal. Net voor Valcabrère komen we bij een miniparking bij de basiliek van St. Just (staat op de UNESCO werelderfgoedlijst). Voor €2,50/p kunnen we dit kerkje uit de 11e en 12e eeuw ook van binnen gaan bekijken. Met een audioguide en een geplastificeerde plattegrond krijgen we een uitgebreide uitleg .Na de rondgang binnen en buiten deze bijzondere kerk, gaan we in de buurt tevergeefs naar een cache zoeken. Om 16:00uur rijden we verder naar Gouldan-Polignan, waar we bij het benzinestation van de Super-U (aan een grote rotonde) een serviceplaats voor campers vinden. Kan en mag men hier ook overnachten? Het wordt niet duidelijk. We rijden door Montrejeau , waar we later nog terugkomen en komen om net na vijven in Lannemezan aan op de grote camperplaats. Al snel zitten we buiten op de stoeltjes in de zon. Vlak bij zijn wat mannen zeer fanatiek bezig met Jeu de Boules, wat gepaard gaat met een veelvuldig “merde”. Van 18.30 tot 19.00 maken we een rondje door het centrum van Lannemezan. Je wilt toch weten waar je bent geweest, nietwaar? Niet bijster interessant maar we zien wel dat op 16 juli hier de startplaats is van de Tour de France.
Een aantal bergetappes
Dinsdag 9 juni 2015 Soulom – Luz-St.-Sauveur – Gavarnie.
We gaan een wandeling maken bij Luz-St-Sauveur vandaag. Even nog wat water tappen, boodschappen inslaan en een lunchpakketje maken en we kunnen op pad. Vertrek is in Luz-St_Sauveur. Dit is een charmante oude stad, heerlijk gelegen in een diep driehoekig dal. Het is weer een wandeling uit de dikke map: “500 mooiste wandelingen van Frankrijk”. De lengte is maar 6 km maar er is een aanzienlijk hoogteverschil. Allereerst kuieren we naar de versterkte kerk in het centrum van Luz: de St. André ofwel de Église des Templiers. Een door de tempeliers gefortificeerde kerk uit de 12e eeuw met een haast byzantijns mozaïek boven de abscis. Na de kerk gaat het al rap ontzettend steil bergop. Nart heeft het later uitgerekend: een gemiddeld stijgingspercentage van 18,8%! Via het gehucht Villenave volgen we de GR10 tot we op 980 m hoogte scherp afdalen naar Viella. Een flink deel van die afdaling over een benauwend smal paadje boven langs een zeer steile helling grasland. In Viella voor het gemeentehuis pauzeren we op een muurtje. Langs de kerk dalen we af naar de D918. Via een bruggetje de rivier de Bastan over en in Esterre klimmen we vervolgens weer zo’n 35 m naar het Château Sainte Marie. Intussen hebben we goed zicht op Luz-St-Sauveur. Het kasteel is trouwens een minimale ruïne. Via een fiks dalend pad komen we in Esquièze Sère. We steken weer de Bastan over en zijn terug in Luz.
Al met al een heel mooie tippel, zoals we gewend zijn van de wandelingen in de dikke gids.
Om kwart over 3 vertrekken we richting Gèdre. Door een mooi dal langs een opnieuw diep liggend riviertje. We passeren Gèdre en gaan door naar Gavarnie. Hier zijn 2 camperplaatsen, waarvan de eerste officieel verboden is voor campers. We rijden zo’n kilometer verder omhoog richting de skilift naar de camperplaats Holle, waar we vannacht blijven. Hier staan zo’n 20 campers. Er zijn voorzieningen en is nu (buiten het seizoen) gratis. Het weer is wisselvallig, laaghangende wolken en zon wisselen elkaar af. De temperatuur op 1442 m is uiteraard wat lager dan we gewend waren de laatste dagen. Morgen een wandeling naar de Cirque de Gavarnie, het indrukwekkende voormalige gletsjerbekken in de vorm van een halve cirkel, waar tientallen watervallen zich in de zo’n 1800 meter diepte in storten.
Woensdag 10 juni 2015 Parking Gavarnie – Gèdre – Barèges – Tourmalet – Campan – Bagnères-de-Bigorre.
Het heeft de hele nacht en ochtend al geregend/ geplensd!! En het was koud vannacht. Daarom besluiten we de wandeling naar de Cirque niet te doen. Helaas! We vertrekken we om 10:30 uur in de stromende regen, na nog wat info over de camperplaatsen hier gevraagd te hebben bij het VVV-kantoor. We moeten terug naar Luz-St-Sauveur voor de afslag naar de Col de Tourmalet. We zitten nog maar enkele kilometers op een zijweg naar Héas, als een tegemoet komende vrachtwagenchauffeur vertelt dat de weg verderop geblokkeerd is door een gestrande vrachtwagen. Er kan niemand door. We draaien dus om en laten de twee te controleren camperplaatsen voor wat ze zijn. Via Gèdre door het smalle dal komen we terug in Luz-St-Sauveur. Daar slaan we de weg naar de Tourmalet op. Onderweg passeren we Barèges, een verrassend groot dorp en de skilift en het parapent-centrum Le Tournabou. Vervolgens draaien we door de vele haarspeldbochten naar de Col du Tourmalet (2115 m), waar we ook pauzeren. Het regent niet meer zo hard, zodat we ook een miniwandelingetje op de top ondernemen. Uiteraard wordt hier op diverse wijzen de Tour de France gememoreerd door middel van plaquettes, beeldjes en een levensgrote wielrenner. Dan dalen we weer af. We komen langs het hypermoderne skidorp La Mongie. We ontdekken een nieuwe camperplaats in Ste. Marie-de-Campan. Aan een riviertje bij een picknickplaats. Op de camperplaats in Campan staan auto’s op de voor campers bedoelde plaatsen. Intussen is het eindelijk droog geworden. We eindigen vandaag in Bagnères –de-Bigorre; er staan een stuk of 20 campers, bijna allemaal met hond!! We wandelen nog een uurtje door het centrum van deze stad met z’n thermaalbaden, oude panden en hotels en een aardig park.
Donderdag 11 juni 2015 Bagnères-de-Bigorre – Payolle – Col d’Aspin – Arreau.
Het was een nacht met tamelijk wat regen en hondengeblaf. Bij de bedrijfjes in de buurt zijn blijkbaar “nacht-wacht-honden”. Gelukkig is in de loop van de morgen de zon terug gekomen.
Via Campan en Ste. Marie rijden we in de richting van de Col d’Aspin. Ook nu weer zijn er wielrenners naar boven aan het zwoegen… Bij Payolle bezoeken we enkele camperplaatsen. De eerste staat in de gids, maar is verboden voor campers tussen 21.00 en 8.00 uur. We zijn weer in “pastoraal”gebied, d.w.z. dat het vee er vrij rond loopt. Een km verder bij Lac de Payolle vinden we er wèl een met overnachting. Een schitterende plek!! Dan gaat het verder over de D918. We komen de marmergroeven van Campan voorbij. Op de 1490 m hoge Col d' Aspin pauzeren we en genieten van het uitzicht. Koeien hier zijn vrij brutaal: eentje gooit wat racefietsen om, een andere bietst eten weg bij een Belgisch picknickend echtpaar. Voor de rest schijten ze de hele weg vol, en die is al niet zo breed! Dan gaat het weer in de afdaling en passeren we aantal geiten met mooie grote horens. We stoppen voor controle van een camperplaats in Arreau en lopen, na het raadplegen van onze ANWB-gids Pyreneeën, aansluitend een rondje door dit inderdaad heel aardige stadje. De man van het vlakbij gelegen VVV-kantoor geeft ons een stadsplattegrondje met de “circuit historique” mee. Dit kantoor is gehuisvest in het Château des Nestes. Iets verder staat een groot lang gebouw met de Chapelle de St. Exupère. Binnen kan men niet verder dan het voorportaal. Dit kerkje ziet er door het traliewerk mooi uit. We lopen langs de rivier verder. Aan de overkant van de Louron zien we het oude stadhuis. We steken een bruggetje over naar het Maison Feraud en de Église Notre Dame. Dit kerkje heeft naast het barokke hoofdaltaar een prachtige Jeanne d’Arc. We slaan rechts de Grande Rue op en kuieren tussen de oude huizen/winkeltjes door naar het stadhuis en het heel oud uitziende (eind XVI eeuw) Maison des Lys. Uiteindelijk als het weer begint te druppelen, lopen we op het pleintje aan het eind van de Grande Rue een souvenirwinkel binnen en kopen 2 ansichtkaarten voor de kleinkinderen. Tenslotte schuifelen we onder een kleine paraplu door de regen weer naar de camper terug. We blijven vannacht hier in Arreau staan. Buien komen en gaan continu. Op de radio horen we dat het weer de komende dagen in de Pyreneeën nog instabiel blijft….
Vrijdag 12 juni 2015 Arreau – Piau Engaly – Col de Azet – Loudonvielle
Vanaf Arreau rijden we de route richting Spanje ( Bielsa tunnel). Enkele km daarvoor slaan we af naar een hoog gelegen skigebied waar we een camperplaats gaan controleren. De rit er naar toe is fantastisch! Het is mooi helder weer en de vergezichten zijn adembenemend. Aragnouet bestaat uit een aantal kleine gehuchtjes. Aan het einde van de weg komen we dan, na vele haarspeldbochten boven aan . Het skidorp is verlaten en op de camperplaats staan 2 campers. Er is plaats voor 120! En die kunnen allemaal aan de stroom. We wandelen even rond: overal in het winkelcentrum liggen koeienflatsen. Er wordt gebouwd aan een nieuw hotel. Maar het uitzicht op omliggend groene hellingen,dalen met sneeuwplakkaten en bergen is magnifiek. Nart maakt foto’s van allerlei bloemen. Via dezelfde weg terug gaat het weer richting Arreau. We hadden het idee dat we weer over Arreau zouden moeten rijden, maar in St. Lary is een “rechtstreekse” weg naar Loudenvielle, over de Col de Azet. Zo passeren we bergdorpjes Sailhan , Estensan en Azet. Onderweg weer schitterend uitzicht. Om 13:30 staan we boven op de Col de Val Louron - Azet (1580 m). Een klassieke col met aan 2 zijden een weids panorama. Ook vandaag een mooie plek voor de lunch. In vele haarspeldbochten dalen we naar Génos af, dat aan een groot meer ligt (Lac de Génos – Loudenvielle). We parkeren net buiten het dorp op de camperplaats van Loudenvielle. Om 15.30 uur beginnen we aan een wandeling om het meer. In het begin zien we enige nestelende Dodaarzen. Verderop steken we bij een heuvel van leisteen de rivier over, passeren vissers met elk wel 5 hengels en komen langs een groot veld waar parapenters hun landingsterrein hebben. We lopen even het dorp in. Eerst bij het VVV-kantoor, waar je ook na sluitingstijd (buiten) kunt internetten. Hoera: hoogste tijd voor updates. Dan doen we wat boodschappen bij het Carréfourwinkeltje. Na het eten lopen we nog eens het dorp in om de 3e serie foto’s en verhalen op Reismee te zetten, zittend op een muurtje voor het infokantoor.